Een jong gezin op zondag aan de wandel De man loopt nogal duidelijk voorop De vrouw draagt een japon met zomersproeten De kleine heeft haar vaders hondekop Ze waren op visite bij haar ouders Die zeer genoten van de zondagsrust Dus hebben ze alleen maar soep gegeten Hij heeft zijn schoonfamilie nooit gelust
Het park lijdt sterk onder de recreatie Het paar betrekt een haveloze bank In weerwil van een mokkende bejaarde Die middenin blijft zitten, godzijdank Het kindje mag zich eventjes ontspannen Een woefwoef van een vrij omvangrijk ras Staat vriendelijk over haar jurk te kwijlen En loopt haar dan omver tegen het gras
De zon begint hem aardig op te zetten Een lieve oom die veel van kind'ren houdt Kijkt om zich heen en doet zijn das wat losser En krijgt het ogenblikkelijk benauwd Een meisje met haar puistige verkering Denkt: hield hij nou zijn handen maar eens thuis Om zich er verder maar bij neer te leggen Want zo veel heeft ze ook weer niet in huis
De man en vrouw besluiten op te stappen Want hun conflict kan toch al niet meer stuk De vader pakt zijn dochter bij de lurven Het wordt weer tijd voor huiselijk geluk Zo straks een kopje thee en boterhammen Vervolgens de tv met sport in beeld En daarna heel de avond ruzie maken Dat is het enige wat nooit verveeld