"Die lekkere bietjes met gehakt," Zo spreek ik tot mijn zoon "Ik weet een kind dat daarnaar snakt," Altijd op deze toon "Open, dat mondje! Pappa wordt kwaad Straks ben je ziek en dan is het te laat Ik ken een jongen ('k zeg niet hoe die heet) Die altijd keurig z'n bordje leeg eet Wie zou dat zijn, wie zou dat zijn Precies, precies Je buurjongen, Henkie de Vries."
"Jij moet naar bedje toe en gauw Jij kijkt nĂet naar Maigret Kildare Tim Frazer Bonanza is ook niks voor jou Jij gaat gewoon naar bed Als jij nou niet naar bedje gaat Dan word je ziek en 't is te laat Ik ken een kind dat gaat altijd Vanzelf naar bed, precies op tijd En wie zou dat zijn Precies, precies Je buurjongen, Henkie de Vries."
Nou ben je op 't gymnasium Nou krĂjg je dus die kans En wat is nou het resultaat Alweer een drie voor Frans Wees dankbaar dat je leren mag In plaats van lummelen, heel de dag Straks blijf je zitten. Dan is het te laat Ik ken een jongen die wel overgaat En wie zou dat zijn, wie zou dat zijn Precies, precies Je buurjongen, Henkie de Vries."
"Gut jongen, ik begrijp je niet Wat moet je met die Nel Als het nou een heel lief meisje was Maar 't is gewoon een lel Straks gaat het fout en dan is het te laat Neem liever een meisje van 't internaat Ik ken een jongen die denkt aan z'n werk Knoeit niet met meiden en gaat naar de kerk En wie zou dat zijn, wie zou dat zijn Precies, precies Je buurjongen, Henkie de Vries."
En als ik achtenzestig ben Dan zegt die zoon van mij "Vader ik weet een bejaardenhuis Dat ligt op de Mokerhei Je kunt immers nĂet bij ons in huis En dat is zo'n fijn bejaardentehuis Doe het maar gauw, anders is het te laat Ik ken een meneer die daar ook heen gaat Wie zou dat zijn, wie zou dat zijn Precies, precies DE VADER VAN HENKIE DE VRIES