We zitten samen bij de schemerlamp Gordijnen dicht - de kleine kachel brandt Jij met een heel erg wetenschappelijk boek Ik met mijn werk: een kapotte kinderbroek Jij leest geconcentreerd en zegt geen woord Maar 'k heb je zucht daarnet toch wel gehoord Jij zit nu te verlangen naar een man Met wie je echt eens debatteren kan En omdat je toch graag wat zeggen wil - Het is de hele avond al zo stil - Begin je tegen mij Je praat aan me voorbij Je weet: ik kan er immers toch niet bij
refren': Je spreekt over Darwin, je spreekt over Kant Je verklaart me de zin van het leven Maar ik zou voor een lach Voor een druk van je hand Voor een knikje en een zoen soms, heel even De relativiteit, 't absolute verstand Al die apen van Darwin, al die wijsheid van Kant Zelfs de zin van het leven graag geven
Wij passen eigenlijk niet bij elkaar Eens dachten we van wel - maar 't is niet waar Jij was zo'n echte deeg'lijke student Je werkte bij je prof als assistent Ik voelde mij naast jou gewoon frivool Een echt klein meisje van de huishoudschool En liepen we zo 's avonds arm in arm Een straatje om - dan praatte jij je warm 'k Begreep wel niet veel van jouw vaklatijn Maar ik luisterde verrukt en vond het fijn Want alles wat je zei Dat was zo nieuw voor mij Al kon ik er ook helemaal niet bij
refren'
Pas later drong de waarheid tot je door Ik had alleen maar een gewillig oor Ik was wel lief, gezellig, opgewekt Maar 'k had geen snipper werk'lijk intellect Sinds je dat weet, ben je teleurgesteld Je hebt geen waar gekregen voor je geld Je zit hier niet omdat je van me houdt Maar omdat we nu eenmaal zijn getrouwd Het kost je moeite vaak om lief te doen Een domme vrouw die krijgt van jou geen zoen En toch is er voor mij Maar een en dat ben jij Al praten we ook aan alles voorbij