Als ik ooit mijn huis moet verlaten 't ware schrikkelijk godgeklaagd als de storm mijn muren zou kraken ik van huis en erf wierd verjaagd of geweun deur mensen verdreven uit de burcht die 'k zelf hè gebouwd gedoemd om de rest van het leven lijk nen dief te zijn uitgejouwd
Stel dat alles mij hier werd ontnomen mijn tafel mijn stove mijn bed da'k hier nooit nie meer binnen mag komen da'k uit al mijn recht werd ontzet van mijn vrouwe en kinders verbannen zelfs mijn boeken verbrand op de grond als duvels hier samen zou'n spannen zelfs beroofd van 't woord uit mijn mond
Wat bleef er dan nog van mij over van dien 'tjoolder zonder dak van die schooier schamel en pover een verzonken verzopen wrak wat was ik zonder mijn instrumenten 'k was nen veugel zonder lied zonder al mijn vertellementen ach ik stierve van verdriet
Als ik ooit mijn dorp moet verlaten van mijn huis en erf weggejaagd als een storm mijn muren zou kraken 't ware schrikkelijk godgeklaagd