Moest ik mijn leven ne keer mogen hergaan dan ging ik in de cîerk in 't midden gaan staan met slunsekleers en met swiebelschoën kluchten vertellen en onnozel staan doen mijn smoel was geschilderd, mijn neuze bloedrood geen haar op mijn kinne, al weg kletsebloot 'k zou dansen en springen rollekaboll' op de grond en aan een koorde lijk d'apen zwierelen in 't rond.
'k Zou 't amusement zijn van kleine en groot met mijn tien ekstermenten plus met mijne poot en die niet wil lachen blijft in zijn kot en kijkt 'n televisie daar zie je nooit gene zot wat zeg ik, geen zotten en wat is Armand Pien en g'hebt toch de keunink ook al ne keer gezien en hoe noemt ie were, dis-moi comment ach il y a toujours un ministre qui ne parle pas Flamand.
Maar hier zitten w'in de cîerk van de politiek de clowns in pitteleir, de fine fleur, de grote sjiek de totetrekkers, sleppestekkers eerste klas de zedeprekers, zakkevullers van 't vetste ras 'k noeme geen namen, 't is te delikaat ze zouden j'attakeren binst dat je te zingen staat lang haar en rosten baard, ie ondermijnt 't gezag en ze maken van een schete geirn nen donderslag.
Maar 'k ben van mijn onderwerp afgeleid 't was in de cîerk dat 'k ging gaan had ik gezeid met mij mocht je lachen, 'k zou d'r omme doen daarom mijn zotte kop en mijn swiebelchoën Dames en heren kom binnen, kom binnen kom binnen, sluit de deure want 't spel gaat beginnen dag pezewevers, krebbebijters, dag gierigaards goên dag schone lieve meisjes, goên dag lelijkaards.
'k Spele voor de nieweirds en voor d'heiligaards de vieze perluten en de kluchtigaards der is niemand volmaakt 't is altijd dit of dat te lank of te smal of te rond van gat te kort van memorie of te trage van gang d'oren staan te wijd of de benen zijn te lang awel ziet z'hier zitten, bekijkt z'één voor één met wat een bende onnozeleirs zit ik hier aan mijn been.
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand wie heeft er hier 't stomste smoel van 't land waar zijn hier de clowns in al dat gewoel de wereld is ne cîerk, enen zotten boel elk danst en springt, elk tiert en tuit elk wringt en wroetelt, elk wil vooruit is 't leven ne klucht, is 't leven een spel elk schart en vecht voor zijn eigen vel.