Hoe kon ik weten dat er plaats was in m'n hart He grootste deel hield ik speciaal voor jou apart Niets liet vermoeden dat we anders zouden zijn Witte wolken, nee, geen enkele was grijs Tot op die avond,ik kwam thuis en daar zat hij Hij gaf z'n hand, ik hoorde amper hoe je zei Iets over vriendschap, vroeger, naar italië op reis Hij bleef logere voor onbepaalde tijd Hoe kon ik dit weerstaan Ik ben ook maar een vrouw En z'n hese stem heeft ook dat warme zwoele
We woonden klein De slaapkamer was groot Toch was ik stomverbaasd Toen jij ons bed aanbood Hoe zou ik slapen zo de hele nacht naast hem Hij was jou vriend die ik voordien nooit had gekend 'k Snakte naar adem want ik voelde plots zijn hand Heel zacht op zoek naar m'n lichaam
Toen hij me kuste Kon ik dat ook niet weerstaan En in het maanlicht za ik hoe jij liet begaan In jou blik las ik oprechte, diepe liefde Oh, m'n God, zeg me wat moet ik nu doen Laat je maar gaan hoorde ik je fluisteren Met die warme zwoele