Ze kwam uit een heel groot en arm gezin, waar bittere armoede heerste Haar pa sloeg z'n kinderen vaak, en haar sloeg hij altijd als eerste Haar moeder was prostituee, en soms als ze tijd had ook hoer Ze hadden geen bed, dus het moest op de grond En dat was natuurlijk bepaald niet gezond Zodoende lag moeder al vroeg in het graf Haar vader zei dreigend nou ga je Voor geld mee met kerels vooruit d'r op af Want de tent moet gewoon blijven draaien
En hoe zij ook smeekte en hoe zij ook bad, ze moest en ze zou van d'r vader Dus deed ze wat hij van 'r vroeg, maar steeds werd ze kwader en kwader O, haar moeder was prostituee, en nu was ze zelf ook een hoer Dus toen ze daar lag, met een klant, op de grond Die iets van d'r wou wat ze vreselijk vond Toen dacht zij opeens aan haar moeder in 't graf En sprak tot zichzelf, meid, daar ga je En toen beet zij in een keer zijn dinges d'r af Dus hij kon voorgoed niet meer naaien
En ze deed het omspres, ja, ze deed het omspres Ze kon het gewoon weer niet laten Ze deed het omspres, ja, ze deed het omspres Omdat ze die kerel zo haatte
Zij vluchtte voorgoed weg uit Groot-Amsterdam, en vestigde zich in Koevoorde Daar leefde zij met een vriendin, want ze zei: "ik ben Liesbet geworden." Ze bedoelde natuurlijk lesbisch, en da's altijd nog beter dan hoer Ze stampte een actiegroep -WRAAK- uit de grond Waarmee ze de strijd tegen mannen aanbond Zij stroopte des avonds de parken af En liet zich dan zogenaamd paaien Soms beet zij wel 3, wat zeg ik 4, geslachtsdelen af Ja, wat dat betreft was het een taaie
En ze deed het omspres, ja, ze deed het omspres Ze kon het gewoon weer niet laten Ze deed het omspres, ja, ze deed het omspres Omdat ze die kerels zo haatte
Maar het leven is hard en ook zij werd bejaard, zij kreeg reumatiek in her handen En dat was het ergste niet - o God mensen nee -maar zij verloor ook al haar tanden Toch ging zij nog vaak naar het park Hoewel ze geen happen meer kon doen Maar toen op een nacht viel zij dood op den grond Waar een van haar slachtoffers haar 's morgends vond En die stond als enige man aan haar graf En dacht goed ik kan niet meer naaien Want jij beet destijds mijn jij-weet-wel er af Maar in jou bijten strakkies, de maaien
En dat doen ze omspres, ja, dat doen ze omspres Omdat ze het niet kunnen laten Ze deed het omspres, ja, ze deed het omspres Omdat ze die kerels zo haatte