Ze timmeren op je los Proppen je vol Tot over je oren Proppen je dicht Ze Tot je geslagen Onder hun vragen Eindelijk zwicht En in je gezicht Van alles wat lelijk is Lelijk is, lelijk is Alles wat lelijk is Zo maar kan worden beticht Want geloof me zo is het gros Ze timmeren, timmeren Timmeren, timmeren Timmeren op je los
Kijk uit Ze hebben in me huisgehouden Ze zijn met zo veel Ze zijn met miljarden En alles in me verwarde Kijk uit Ze hebben in me huisgehouden Ze beten zich vast Ze sloegen aan flarden Dat alles in me verhardde Kijk uit
Ze timmeren op je los Klieven je hart en Splijten je schedel Rammen je ziel Ze Tot je gevlochten In tientallen bochten Je mond is verbouwd Je tanden knock out Bij iedere oogopslag Ieder oogopslag Iedere elke oogopslag Uit wordt gejouwd Want geloof me zo is het gros Ze timmeren, timmeren Timmeren, timmeren Timmeren op je los
Kijk uit Ze hebben wat ze hebben willen Ze hebben de macht Ze hebben het recht niet Tot nu toe was ik te laat Er uit Ze krijgen wat ze hebben willen Ze hebben me waar ze Me niet willen hebben Kijk uit Ze hebben me kwaad Er uit
Dus timmer ik er op los Ik heb een hamer Planken van hout Een spijker per dag Ik Timmer me kwaad En slaandeweg wijs Iedere slag Bewijst dat het mag Een plek van een meter Bij nog eens een meter Bij nog eens een meter Daar blijven ze allemaal af Want geloof me, zo is het gros Ze timmeren, timmeren Timmeren, timmeren Timmeren op je los
Dit is mijn plek En dit mijn besluit Afgelopen uit!