Zeg maar dag met je handje tegen je pandje Zeg maar: dag lampekappie, dag wenteltrappie Zeg maar: dag scheve gevel, het spijt me, ze moeten je kwijt Zeg maar: dag duiveplatje, dag binnenstadje Zeg maar: dag ouwe troepie, dag blauwe stoepie Jij verdwijnt in de nevel van een voorbijgaande tijd Nee, je geurde bepaald niet naar odekolonje Je rook meer naar vis en naar teer Elke zaterdag maakten ze boven me bonje En gingen als beesten te keer
Zeg maar: dag stamcafeetje van tante Greetje Zeg maar: dag leuke buurtje, dag lage huurtje Zeg maar: dag Jordanezen, dag uitgeleefd feestgebouw Zeg maar: dag autowrakken, dag kakkerlakken Zeg maar: dag groentezakie van ome Sjakie In een wereld als deze is er geen plaats meer voor jou Het geluid van die handkarren op kinderkoppies Dat ging je door merg en door been Over twintig jaar zeggen ze heel filosophies 'Wat zonde toch dat het verdween'
Zeg maar dag met je handje, dag met je handje Dag apotheekie, dag winkelweekie Dag fijn publiekie, dag meelfabriekie Zeg maar: dag blonde zussie, dag brievebussie Dag lekker stukkie, dag viadukkie Dag warme bakker, dag krentekakker Zeg maar dag