"U weet toch waar de uitweg is" Vroeg ik aan de wegenwacht Hij zei: "U volgt de borden maar Vraag mij niet hoe De dag was lang Ik ben te moe Een ander doet de dienst vannacht"
Dus volgde ik de borden maar Wie wist waar het lot mij bracht En toen ik bij het eindpunt kwam Doorzag ik snel Het vuile spel Daar lag diezelfde Zelfde luie wegenwacht
Hij zei: "U bent erin getrapt De wegen lopen rond Ik heb nog nooit een mens gezien Die de wegen meed De kring doorbrak De cirkel sneed En zo de uitweg vond"
Ik vloog hem naar de keel en kneep Zijn strot met beide handen dicht En toen zijn adem korter werd Kraaide een haan De zon kwam op De dag brak aan Heel langzaam, langzaam werd het licht
En met zijn laatste beetje lucht Kwam er een allerlaatste vraag "Ga er niet zonder meer vandoor Bel het kantoor Ik kom niet meer Ik ben vermoord Want ik had dienst vandaag"
Wie wie wie wie weet waar de uitweg is Wie wie wie wie weet waar de uitweg is Wie weet waar Wammes Waggel woont Want Wammes Waggel woont wijd weg