Op de vuurplaat, in de diepte van 't stampend, rollend schip Staat de stoker in z'n zweetdoek, een piraat hangt aan z'n lip Fire-up, met slijs en vuurhaak Fire-up, de haven lacht Waar een hart is dat al maanden in verlangen op je wacht Fire-up, tot op de rooie Die het bloed en zweet ontnam Laat de kar z'n lied maar razen Rotterdam, Rotterdam, Rotterdam
Straks wordt 'r weer afgemonsterd, en dan gaan we opgedoft Fijn met moeders potverteren, bruin geribt en blauw gekloft Fire-up, ja maat wat moet je He, wat is er loos met jou Mot ik bij de eerste komme In me wacht, hoe heb ik 't nou Hebt 'ie soms weer wat te fitte Met z'n eeuwige gezwam Hou 'm effe op de tachtig Wij zijn zo in Rotterdam Rotterdam
"Meester, je heb me laten roepe, zit er soms wat extra's an Heb ik te veel aan overprime soms; meester Nelis, wees een man" "Ik heb..., d'r is iets meegekome met de loodsboot, het is voor jou Ga 'es zitten kerel, verdomme Het is een boodschap van je vrouw Het schijnt..., het is geloof ik ernstig 't Is wat vaag, dat telegram 't Is iets met je kleine jonge" Rotterdam, Rotterdam, Rotterdam
Op de vuurplaat, in de diepte van 't stampend, rollend schip Staat de stoker in z'n zweetdoek, een piraat hangt aan z'n lip Fire-up, met slijs en vuurhaak Fire-up, de haven lacht Maar nee, waar een kleine jongen niet meer op z'n vader wacht Fire-up, tot op de rooie Voor je schrale boterham Die 'm maandenlang van huis houdt Rotterdam, Rotterdam, Rotterdam