De stad, mijn landschap Golvende velden En grijze valleien Van asfalt en steen Waar ik de rijen Huisdeuren telde En neuriend rondzwierf Geeft-niet-waarheen
De stad, mijn landschap Torens en daken Bestormden de hemel Hoog boven de straat Kleurrijk gewemel Van mensen die spraken Van zoelere zomers Een broeiend klimaat
De stad, mijn landschap Troebele grachten Die tonen weerkaatsen Van een oud pierement Wanneer was de laatste Keer dat we lachten En stroopwafels kochten En ijs van tien cent
De stad, mijn landschap Ik zoek dat ene Lome terrasje Waar jij die dag zat Plotseling was je Spoorloos verdwenen Weg uit mijn landschap Mijn landschap, de stad