Ik ben op de Breestraat geboren En ik bracht er mijn kindertijd door 'k Heb gespeeld aan de voet van de toren Wiens stem ik in gedachten nu nog hoor Ik speelde toen mijn kinderspelen Daar tussen de karren met fruit En 'k bracht dikwijls een bezoek Aan de 'Tip Top' op de hoek En ik vond daar veel later ook mijn bruid
refr.: Maar de Breestraat uit mijn jeugd Die 'k zo goed nog heb gekend Die behoort nu al lang tot 't verleden Met zijn Vissteeg en zijn markt Op zondagmorgen vroeg Is voorgoed uit ons leven gesneden Want die Breestraat uit mijn jeugd Die komt nooit meer terug Ook al was zij een stuk van ons eigen En al bouwt men weer een straat Zo mooi als 't even kan Een Jodenbreestraat zullen wij toch nooit meer krijgen
Ik zie nog mijn moedertje lopen Met haar stampvolle boodschappentas Om voor vrijdag van alles te kopen Ook de vetste kip die er maar was Ik hoor nog 't geschreeuw van de kooplui Vol kwinkslag en met joodse gein Al dat leven en vertier Och, wat deed mij dat plezier 'k Vond het heerlijk een Breestrater te zijn
refr.
Maar was dan de sabbat gevallen Dan was 't rustig, daar rondom ons heen Want de winkels, zij sloten dan allen En de tram reed zachter, zo het scheen En vele vrome mannen gingen Met Taliszak dan naar de sjoel Ach, die joodse atmosfeer Nee, die vind je er niet meer Dat te missen geeft vaak zo'n leeg gevoel