Je leeft je eigen leven wat zij er ook van vindt Je bent al lang geen kind meer al blijf je ook haar kind Je wilt 'r over praten, maar niet op haar manier Je zult haar best verdriet doen maar niet voor je plezier Wat moet je nog met haar en met haar ouderlijk gezag En dan opeens dan is 'ie er, die dag
De dag waarop je moeder sterft, dat jij wordt losgelaten En al haar eigenschappen erft, die jij zo in haar haatte De scherpe tong, de bokkepruik, de zure schooljuffrouw Die zullen ze dan binnenkort herkennen gaan in jou En hopelijk ook de andere kant, de aardige, de zachte Maar of je die hebt meegeerft valt nog maar af te wachten De dag waarna de rest een kwestie wordt van tijd en pijn De dag waarna je nooit meer kind zult zijn
Wat al die jaren fout ging komt dan niet meer terecht En wat je nog wou zeggen blijft eeuwig ongezegd De machteloze frasen van je genegenheid En dat 't niet haar schuld was en ook dat 't je spijt De dingen die je lang niet zeggen kon en zeggen wou En dan zo graag nog 1 keer zeggen zou
De dag waarop je moeder sterft, de dag die al je dagen Van dan af aan wat grijzer verft, al hou je niks te klagen Je hebt je goeie vrienden nog, die staan je ook dichtbij En als je soms een minnaar zoekt dan staan ze in de rij Maar niemand zal meer weten hoe je met je pop kon spelen En niemand zal nog ooit je vroegste vroeger met je delen De dag waarna je nooit meer kwetsbaar wezen kan en klein De dag waarna je nooit meer kind zult zijn