Ik moet 't eindelijk vertellen, ik zit me heus niet aan te stellen Maar de angsten die mij kwellen zijn veel sterker dan mijn schroom Ik moet steeds voor ik ga slaap al mijn moed tesamen rapen Maar hoezeer ik mij ook wapen ik droom steeds dezelfde droom Van die man die mij wil strelen dan beloofd hij mij kastelen 'k Zou geen luchtbed willen delen met zo'n wezenloos persoon Elke avond ben ik bang en ik denk al maandenlang
refr.: Vannacht, vannacht, vannacht Zal ik vast weer van hem dromen, dan wil hij weer binnenkomen Dat zie ik geheel niet zitten en dat deel ik hem dus mee Vannacht, vannacht, vannacht Wil hij mij dan weer verleiden maar dat weet ik te vermijden Ik ben anders niet zo'n preutse maar met hem oh nee oh nee Vannacht, vannacht, vannacht Raakt 'ie weer geheel door 't dolle, ik moet vluchten, ik moet hollen En hij heeft me haast te pakken als ik gillend wakker word Ik heb des avonds vaak gedacht, vaak gedacht, vaak gedacht Ik heb des avonds vaak gedacht "het lukt 'm vast vannacht" (Vannacht, vannacht, vannacht) (Vannacht, vannacht, vannacht)
Als ik denk "er is geen vuiltje aan de lucht", ik knap een uiltje Wie verschijnt er met een tuiltje babyrozen in m'n droom Al heeft hij geen kans van slagen, deze man blijft mij belagen Maar hoe kan ik 'm verjagen, 't is een kerel als een boom Elke avond ben ik bang en ik denk al maandenlang