Vrienden luistert naar m'n lied Wat er te Raamsdonk is geschied In Raamsdonk woonden man en vrouw Die zwoeren elkander eeuwig trouw De man had geld, de vrouw had geld Daar waren de dieven op gesteld De dieven kwamen van heind' en ver Gewapend met een breekijzer
Fiederal-la-la, fiederal-la-la, fiederal-la-la
De dieven, in het vak bekwaam Kropen door het schijthuisraam De eerste moordenaar heette Ben Die had last van zweetvoeten De tweede moordenaar heette Frank Die kon het niet houden van de stank De derde moordenaar heette Klaas Z'n kop was als een varkensblaas
Fiederal-la-la, fiederal-la-la, fiederal-la-la
De vierde moordenaar heette Piet En de vijfde moordenaar was er niet Achter hem kwam moordenaar Ad Die krabde voortdurend aan zijn gat De oude heer lei op z'n bed Werd zomaar op zijn kop gezet De oude vrouw, die werd vermoord Met honderd el gordijnenkoord
Fiederal-la-la, fiederal-la-la, fiederal-la-la
Het ene kind was nog zo kaal Zwom in de pot, gelijk een aal Het and're kind was nog niet groot Werd fijngewreven in de goot De ene meid, die was zo bang En liet een scheet van drie el lang Kleine Piet, die schone guit Dreef in het bloed de voordeur uit
Fiederal-la-la, fiederal-la-la, fiederal-la-la
De andere meid, die heette Koos Die sloot zich op in de poepdoos Ze deed daar ook heel goed haar best Ze zat te stinken als de pest De roverhoofdman moest op de pot Vond tot zijn spijt de deur op slot Dat stelde hem toen zo teleur En deed het stiekum achter de deur
Fiederal-la-la, fiederal-la-la, fiederal-la-la
Een poepte op de canape Een gewoon mens doet dit op de plee Klaas die had z'n gat ontbloot En deed het achter de tafelpoot De vierde moordenaar had een baard En piste in de paraplustandaard Toen werden ze in hun plan verstoord En een daarvan werd gauw gesmoord
Fiederal-la-la, fiederal-la-la, fiederal-la-la
De een had nauw z'n schijthol dicht Of men had hem een been gelicht Men trok zijn sabel uit z'n sche En mikte door 't raam van de plee De meid sprong toen gauw op een stoel En scheet de moordenaars in d'r smoel De oude Sis nam pot en pis En sloeg ze op d'r verdommenis
Fiederal-la-la, fiederal-la-la, fiederal-la-la
En haar zus stond op uit bed En roffelde d'r op met een corset De dochter was ook lang niet mis Greep de dieven bij d'r verdommenis Toen kwam er een politieagent Die vroeg: "Waar is hier toch het end Sodemieter, sakkerhel Hier bakken ze worstjes zonder vel"
Fiederal-la-la, fiederal-la-la, fiederal-la-la
"Wel nondeju, wel potverdomme Hoe is die sigaar hier toch gekomme" De burgemeester kwam terstond En constateerde verse stront "Zeg, mijnheer de commissaris Weet jij niet van wie die sigaar is?" De commissaris zei alras Dat die wel van de dieven was
Fiederal-la-la, fiederal-la-la, fiederal-la-la
Wie dat hoopje heeft gescheten Heeft beslist spinazie gegeten De moordenaars hadden lont geroken En waren gauw weer uitgebroken Maar na een jacht van een half uur lang Waren ze allemaal de pisang Toen ze waren bij het schavot Vroeg een voor het laatst de waterpot
Fiederal-la-la, fiederal-la-la, fiederal-la-la
Toen ze het schavot hadden beklommen Riepen ze: "Het kan ons niks verdommen" Toen ze aan het touwtje hingen Begonnen ze 'Wien Neerlands bloed' te zingen Maar Piet, die kon de wijs niet houen En brulde: "Wilhelmus van Nassaue" Toen riepen ze: "We zijn er geweest" En gaven achter elkaar de geest
Fiederal-la-la, fiederal-la-la, fiederal-la-la
Verder is er niets meer ontdekt En is ook niets meer uitgelekt Dit is nu het vieze lied Dat te Raamsdonk is geschied