Ik was haar beste maatje Ze kwam altijd voor een praatje op haar fiets Ik kan het nog niet geloven 'k Ben zo ondersteboven, ik wist van niets Ze had een groot geheim waarvan zij me geen woord had gezegd Want ze voelde zich door en door slecht Er was een groot geheim waarover ze nooit had gesproken Want haar hart was al heel lang gebroken
refr.: Het meisje van de buren fietste in de late uren Altijd vrolijk rond in de wijk En als ze naar me lachte was ze zo mooi, zo mooi Met haar blonde haren, blauwe ogen die altijd straalden Zo mooi, zo jong en zo mooi
In haar brief heeft ze geschreven Dat door mannen heel haar leven was verscheurd Maar toch heeft ze nooit gepraat Over wat toen 's avonds laat was gebeurd Het was donker, het was koud En ze sleurden haar plots van haar fiets Haar noodkreet verdween in het niets Ze had zo luid geschreeuwd Maar ze hadden haar hart al vermoord Voor iemand haar kreet had gehoord
refr.
Elke dag fietste ze vrolijk voorbij En dan wuifde ze lachend naar mij Maar nu staat haar fiets al een week aan de deur
refr.
Zo jong en zo mooi Zo jong en zo mooi Zo jong en zo mooi