Dit is de mars van de oude leuzen De parade van het afgeleefde woord Een carnavalsoptocht van wapenspreuken Die men sinds Genesis al heeft gehoord Leugens, leugens, zij aan zij Marcheren in 't gelid voorbij Huursoldaten in tuniek Van geloof en politiek
Heisa heisa, een onvervoerd penseel Vergat alleen het schaamrood In dit kakelbont tafereel
Voorop marcheren de muzikanten De fanfare speelt de tophit van de dood Het koper blaast tertsen, het koper blaast kwarten Soms hoor je een kwint, maar die is van het lood Een volkslied jammert eindeloos Een smartlap uit de ouwe doos Wat vlaggen, wimpels blij van zin Vallen lallend in
Heisa heisa, gij telgen koen en braaf Sta pal voor de onafhankelijkheid Wees liever dood dan slaaf
Daar komt de rij van de wapenbroeders Het leven steeds veil voor het dierb're vaderland De wapens gezegend, gebedjes gebeden En altoos het buigzame recht aan hun kant Borsten, buiken, jong en oud Vol met zilver, vol met goud Heldendaden in de mond Veel kauwen is gezond
Heisa heisa, getrouw tot in den doet Goed denken doen ze matig Maar herdenken doen ze goed
Een corso met majestueuze gratie Sluit nu de stoet van de volksverlakkerij Versierd met de stoffige kunstbloem der natie Glijdt het historisch verleden voorbij Oog om oog en tand om tand Met stalen vuist en rappe hand Voor het dierbaar plekje grond Waarop het wiegje stond
Heisa heisa, de snaphaan en 't geweer Maken zelfs van 't kleinste land Een reuzenveld van eer
Dit was de mars van de oude leuzen De parade van het afgeleefde woord Een carnavalsoptocht van wapenspreuken Waarmee men het volk al zolang heeft vermoord Deze mars is mijn geschenk Aan de mensen die ik krenk En aan ieder die het lust Grond en dundoek kust
Heisa heisa, leeft vrij en ongestoord Uw droom van taptoeromantiek Maar plant u nooit meer voort