we zaten is te kaarten, zo met ne man of vijf der wou nog iemand meedoen ’t was begot een heel schoon wijf ze vroeg:” wat zedde aan ’t spelen, ik weet ook een heel goe spel, da noeme ze strippoker, kende golle da wel?”
ofdat wij da ni kende, de deur die ging op slot de cafebaas stak veur de fun 1000 balle in de pot mor we waren mor just bezig en we stonden al in ’t krijt ons kousen en ons schoenen die waren we al kwijt
die griet die kon goe kaarten en z’ had heel veel geluk Ik kreeg een flauw vermoeden zij kende een soort van truk want ‘t is eender wat da we deden der was niks aan te doen z’ had alleen nog mor gepast met heure linkerschoen
na 24 giften ging het er warm aan toe die neffe mij , zat al in zijne blote en heur bloeske was nog toe ik won al is ne keer, ik hield het langste vol het zweet stond in m’n handen en oep mijnen bol
nog een uurke varder en de misere die begon vier blote venten en ik in mijn kalson ik moest de kaarten geven, ze zee “ het is aan a” zij had zij nog heur slipke aan en oek heure BH
ze leunde wa voorover en bracht mij van de wijs ik trok een slechte kaart, miljaarde ik had prijs ze riep “ik zen gewonne mor ge krijgt allemaal nog een kans loopt wat rond de tafel en doet de sabeldans”
wilde gij ooit gon pokeren met een schoon madam doet dan 50 truien aan of geddet aan oe pan ik zen van nikske bang en ik zen van nikske vies mor ik speel liever met mijn maten ne simpele boemmeke wies