Iedereen die zag 'm als de lafaard van de stad Nog nooit had hij hun laten zien dat hij geen lafaard was Z'n moeder noemde 'm Tommy, maar de mensen zeiden 'groentje' Maar ik wist haast wel zeker dat Tommy anders was Toen hij tien jaar oud was stierf z'n vader in de cel Ik zorgde toen voor Tommy, m'n broer z'n enigst kind Nog steeds hoor ik de laatste woorden die hij sprak tot Tommy "Zoon, m'n leven stopt terwijl het jouwe nu begint"
refr.: "Beloof me", m'n zoon, "niet te worden zoals ik Loop weg voor vechtpartijen, als 't kan Laat ze maar slaan maar ga zelf bij hen vandaan Ook al valt 't zwaar, zo nu en dan Want vechtpartijen maken niet de man"
Ja, Tommy kreeg verkering en z'n meisje heette Betty Een vechtersbaas hoefde hij voor haar echt niet te zijn Maar toen hij naar z'n werk was drongen kerels bij haar binnen Ze sloegen toen z'n Betty tot ze gilde van de pijn Toen Tommy later thuis kwam lag z'n Betty daar te huilen Hij zag wat 'r gebeurd was en dat beeld dat bleef 'm bij Hij pakte vaders foto, met tranen in z'n ogen En toen moet hij weer denken aan wat z'n vader zei
refr.
De kerels lachten Tommy uit, toen hij in de bar kwam Een van hen stond op en Tommy raakte in de war Maar Tommy draaide om, ze riepen: "Kijk, de lafaard smeert 'em" En het werd stil toen Tommy staan bleef aan 't einde van de bar Twintig jaren zelfbeheersing kwamen toen naar boven Niets kon hem weerhouden van een grote vechtpartij Later, toen hij buiten kwam, toen stond 'r ook geen een meer Hij zei: "Dit was voor Betty" en de laatste man viel neer
"Ik beloofde je, pa, niet te worden zoals jij Ik liep hard weg voor ruzie, als het kon Ik heb toch niet gefaald doordat ik hun dit heb betaald Ik hoop dat jij m'n fout begrijpen kan Soms moet je vechten als een man"