Ik haat je en ik hou van je En als je plotseling voor me zou staan Dan zou ik je zoenen en tegelijkertijd slaan Dan zou ik lachen en huilen Je zit in m'n lichaam, je zit in m'n bloed Omdat ik nou eenmaal bij je hoor Als je weg bent vervloek ik 't om vrouw te zijn En als je komt, ben ik er zo dankbaar voor Je had me zoveel aangedaan dat ik beter kon vergeten Want als ik het onthouwen moest dan kon ik niet meer leven Want ik haat je, ach, wat zeg ik Ik hou van je En als je plotseling voor me zou staan Dan zou ik je zoenen en tegelijkertijd slaan Dan zou ik lachen en gaan huilen D'r is geen gedachte waar jij niet in past Ik zie je in m'n droom aldoor Als je weg bent vervloek ik 't om vrouw te zijn En als je komt, ben ik er zo dankbaar voor Ik zit maar bij de telefoon, die zwijgt in alle talen 't Is zo stil hier en beklemd, ik hoor me adem halen Ze hebben vroeger 'ns gezegd dat jij een hart van steen hebt Nee, ze hebben geen gelijk gehad, want ik weet nou dat je er geen hebt Want ik haat je Ach, wat zeg ik allemaal, 't is niet waar, ik... Ik hou van je En als je plotseling voor me zou staan, dan zou ik je zoenen Tegelijkertijd slaan Dan zou ik lachen, en dan huilen
"Hallo, hallo. Ja, ja natuurlijk, natuurlijk krijg je gehoor. Ja..., jij komt..."
't Is vreselijk een vrouw te zijn En toch, God, ik ben je d'r zo dankbaar voor