"Oh Vlaamse heide, ik bemerk dat de winter U niet ontziet of aanschouwt U zich zo somber omwille van mijn eindeloos ontroostbare verdriet? Ja, mijn hart is vervuld van smart en ook van haat ons bloed vervuild, ons land onterfd, door den Afrikaansen tumor die Europa treft Onvoorstelbaar hoe mijn volk zich gelaten in zijn lot schikt Geslagen door den linksen hand? Of blind voor de macht van het ****** land Waar is den Leeuw? Ons symbool van ons fierheid en ons kracht? Ligt hij sluimerend te wachten tot de vuile rode vijand hem nog meer verkracht?"
"Oh, Vlaamse heide, u had het zicht op eeuwen leed het moorden, plunderen en verkrachten van al wie onbeschaamd over uw velden schreed Maar nimmer heeft Uw volk zijn gewijde trotsheid ooit gesneefd en den vuilen tyran onvoorwaardelijk met bloederig geweld uit ons land geveegd (Maar)de tijden veranderen en de trotsheid gedijt en vooral nadat we door den (Groten) **** werden bevrijd werpt mijn volk zich onderdanig neer net zoals een hond die zijn Meester eert... Het verval van ons Vlaamse steden, is ons bittere eind nabij? Laat ons nog eens voorgoed de vuisten heffen, en vechten voor ons erfenis: vrank en vrij!"
"Nu sta ik hier op het graf der mijnen, waar de gure noorderwind nog heerst en waar ik hoop dat den eeuwenouden strijdlust nog immer in de harten van de mensen leeft Mij rest nog 1 ding, slechts 1 ding dat mijn hart nastreeft! Te sterven voor mijn vaderland, in een poging 't land te redden van zijn ondergang..."
"Oh gewijd heideland, voor eeuwig bent u in mijn hart! Ik hoop dat op een dag door alle kelen, jong en oud zal schallen: Heil Vlaanderen! Heil Vlaanderen!"