Ik zing dan een lied Tsjoe tsjoebonnie tsjoetsjoebonnie bee U kent het wel niet Tsjoe tsjoebonnie tsjoetsjoebonnie bee Maar het meisje mijner dromen is verrukt, als zij het hoort 'k Kan het zingen zonder schromen, want zij begrijpt het woord voor woord Daar komt ze net aan Tsjoe tsjoebonnie tsjoetsjoebonnie bee U begrijpt nu wel wat ik haar vertel met dat Tsjoe tsjoebonnie tsjoetsjoebonnie bee! Hee Tsjoe tsjoebonnie, tsjoe tsjoebonnie bee Wanneer je verliefd of verloofd bent, of getrouwd, 't zij lang of kort En je van je illusies beroofd bent, omdat je steeds wat wijzer wordt Dan vind je het gauw overbodig, voor je vrouw galant te zijn Ik heb daarvoor veel woorden niet nodig, maar maak het hof met dit refrein
Ik fluister mijn lied Tsjoe tsjoebonnie tsjoetsjoebonnie bee Dan hoort ze me niet Tsjoe tsjoebonnie tsjoetsjoebonnie bee Want ik wek haar uit haar dromen als ik zoveel leven maak Ik durf haast niet boven komen, want wat ze zegt is altijd raak Daar komt ze al aan Tsjoe tsjoebonnie tsjoetsjoebonnie bee Maar als 't even wil krijg ik haar wel stil met m'n Tsjoe tsjoebonnie tsjoetsjoebonnie bee! Sssst Tsjoe tsjoebonnie tsjoetsjoebonnie bee Wanneer je je 's avonds verlaat hebt, en je komt wat zwaaiend thuis Als je 't weer met je sleutel te kwaad hebt, dan is het vast met jou niet pluis Je kunt in de nacht niet staan bellen, want dan barst meteen de bom Daarom zal ik eens haarfijn vertellen, hoe ik mijn huis dan binnen kom