Eerst was ik nergens bang voor en wilde recht door zee Al kon ik dan niet zwemmen, alsof dat er toe deed Maar iemand sprak van muien, ik wist niet wat dat was Maar het klonk wel knap gevaarlijk, dus bleef het bij geplas In het lauwe pierenbadje, met moeder die goed keek Hoe ik trainde op mijn crawl, voor de grote oversteek
Ik was haast nergens bang voor en wilde recht door zee Bij eb bouwde ik forten, maar de vloed die nam ze mee Ik dook, ging kopje onder, de zee was overal Ik worstelde, kwam boven, met aan mijn been een kwal Ik holde naar mijn vader en die hakte hem in twee Dus nooit bij zuidenwind, maar verder recht door zee
Ik was haast nergens bang voor en wilde recht door zee Maar de stormbal was gehesen en moeder die zei: "Nee Weet je nog die Duitser, maak eerst nog maar een fort En ga maar recht door zee als de zee wat kalmer wordt" Dus zocht ik naar mooie schelpen en schepte in het zand En bouwde droomkastelen, voor aan de overkant
Ik was haast nergens bang voor en wilde recht door zee We gingen op de brommer, paar meiden wilden mee Ik dacht niet meer aan zwemmen, ik dacht alleen aan haar We strandden in een duinpan en doken op elkaar We zouden het wel klaren, al wist niemand hoe het moest Met zijn tweeen recht door zee, al was die nog zo woest
We waren nergens bang voor en wilden recht door zee We doken in de boeken over 's werelds wel en wee Over het reilen van de aarde, over het zeilen van de mens Langs klippen en gevaren, tot aan de grenzen van de wens Over wie had getrokken en hoe scheef dat is gedaan En hoe dwars je moet gaan liggen om recht door zee te gaan
Ik ben haast nergens bang voor en wil recht door zee Maar ik zwem droog op de playa, in een wolk van factor twee Want de zee is onbegaanbaar, verpest in hart en wier Wie duikt komt niet meer boven, wie worstelt komt niet hier Wie oefent op het droge slaat meestal in de lucht Wie ooit eens recht door zee wilde, boekt nu een campingvlucht