Dit zijn de dagen om nooit te vergeten Wat je beweegt, wat je stuwt, wat je drijft Wat het is, hoe het voelt, mocht je even niet weten Hoe je overal komt en niet weet waar je blijft
Dit zijn de dagen van wroeten en knokken Van doorgaan met zoeken tot over de rand Van het hoogst haalbare met ogen dicht gokken Reiken naar wat je niet weten kunt want
Dagen van gieren en kwatten en knallen En knoeien totdat je er twee tellen bent De vlakte ontstegen om nooit meer te vallen Voor de duur van tenminste dat ene moment
Dit zijn de dagen van horten en stoten Van geen ophouden weten want we zijn er nog niet Zolang niet gevoeld waar om het te doen is De snak van de zaal naar de snik in het lied
Voor even, heel even de kloof overkomen Het jubelend toppen van het gapend ravijn Tussen hoe wij het ons al een leven lang dromen En wat het in werkelijkheid zo vaak dreigt te zijn
En blijven proberen en pielen en prutten En dan pas gelukkig als we twee tellen wam De bliksemse bende op zijn pijlers doen schudden Van minstens Uitgeest tot achter Zaandam
Dit zijn dagen om niet te vergeten Wat je beweegt, wat je stuwt, wat je drijft Wat het is, hoe het voelt, mocht je even niet weten Hoe je overal komt en niet weet waar je blijft
Met wassen vleugels de oversteek wagen Op goed geluk voor het leeg op de loop Zolang de kans bestaat het toeval uitdagen Verlangen de brandstof en motor de hoop