Ze hebben me m'n zachte gee's al vaak verweten Sinds ik hier in het Noorden ben beland Ik heb hier heel wat builen slechte friet gefreten Ze hebben me gezegd "Je moet het maar vergeten Die passie voor het blonde Vlaamse land" Maar aan de weg naar Scherpenheuvel Tussen Geel en Kasterlee Staat een huis met groene luiken Aan een kleurige allee Je ziet er 't uvre van Gezelle En de werken van Teirlinck door het raam En op een bordje naast twee goed gepoetste bellen Daar staat een naam De naam van Jefke, Jefke, Jefke, Jefke
Ach, Bastos kan je ook in Amsterdam wel kopen Een glas Stella in een duur cafe Maar bij Jefke om de hoek Nog geen minuutje lopen Daar was een staminee Die was tot vier uur open Een automatisch orgel voor ons twee Aan de oevers van de Nete Tussen Herentals en Lier Ben ik Nederland vergeten Bij de fritten en het bier En daar lag ik met Jefke in het koren Zei ik dingen waarvoor ik me nu schaam En ik schreeuwde, heel de wereld moest het horen Zijn naam, zijn naam De naam van Jefke, Jefke, Jefke, Jefke
Ik ben terug in Amsterdam want er is Herfst gekomen En de wind blies door de muren in ons hart Hij hijft de warmte van de zomer met zich meegenomen En daar woeien in de verte al mijn zomerdromen Om ons heen werd de wereld kaal en zwart Op het busstation van Hasselt Stond ik eenzaam in de kou Op het leeg perron in Brussel, stond ik Jefke, zonder jou Maar nu ik terug ben in het Noorden Kijk ik dikwijls verdrietig uit m'n raam Want dan hoor ik weer die lieve Vlaamse woorden En weer die naam De naam van Jefke, Jefke, Jefke, Jefke