Je grijpt naar je pen Je weet waar ik ben De kleur van de inkt zegt je naam
Je weet waar ik woon Geen telefoon En niets dat me verraadt aan het raam
Je krijgt me niet te zien en het wachten wordt lang De stilte van de straat maakt je bang Kwart over tien maar het heeft geen belang Dit had je voor jezelf voorzien
Je grijpt naar je pen Je weet waar ik ben Je zet je woorden op papier
Je kijkt waar ik blijf Kwart over vijf Je geeft jezelf nog een kwartier
En je schrijft (en je schrijft) en vergeet (en vergeet) de tijd (de tijd) En de straat wordt een groot en zacht tapijt En je schrijft (en je schrijft) over schuld (over schuld), over spijt (over spijt) En je blijft (en je blijft) en je schrijft (en je schrijft) en wacht Een gedicht in de nacht
In het donker portaal doe jij je verhaal De klok slaat kwart voor acht In een straat zonder licht maak jij je gedicht In een stijl door de nacht bedacht
Je lippen bewegen, je ogen zijn dicht Gesloten voor het ochtendlicht Voel je de regen op je bleke gezicht De wijzer gaat naar kwart voor negen
En je schrijft (en je schrijft) en vergeet (en vergeet) de tijd (de tijd) En de straat wordt een groot en zacht tapijt En je schrijft (en je schrijft) over schuld (over schuld), over spijt (over spijt) En je blijft (en je blijft) en je schrijft (en je schrijft) en wacht Een gedicht in de nacht
En je schrijft (en je schrijft) en vergeet (en vergeet) de tijd (de tijd) En de straat wordt een groot en zacht tapijt En je schrijft (en je schrijft) over schuld (over schuld), over spijt (over spijt) En je blijft (en je blijft) en je schrijft (en je schrijft) en wacht Een gedicht in de nacht