'k Herinner me nog goed al is het lang geleden Dat ik jou heb ontmoet in 't grote groene dal We leefden vrij en blij, in het hof van Eden Met vruchten om ons heen, maar de grootste vrucht was jij En alles wat je had, nou dat had ik gauw bekeken Alleen een vijgenblad, daar moest jij 't maar mee doen Ik kwam wat dichterbij, 'k vond jou om op te vreten Ik gaf je toen een zoen en ik weet nog wat je zei
refr.: Ik kan er niet goed tegen want het kriebelt zo Ik kan er niet goed tegen want het kietelt zo Ik kan er niet goed tegen want het kriebelt zo daar moet je wat aan doen
refr.
De wereld draait maar rond en ieder zal het weten Dat ik niet in een peer, maar een appel heb gebeten We hebben zo tezamen veel appeltjes gegeten Al zei jij af en toe ik ben vandaag zo moe
refr.
Toen ik jou daar zag lopen daar in het paradijs Dacht ik wat een ellende, oh wat is die kerel grijs Maar ik hield van de liefde en kende geen gevaar Nu na al die jaren zingt onze kinderschaar